H. Geest


De heilige Geest:
achtergronden voor catechisten en pastores

Over God wordt veel gediscussieerd. ‘Geloof jij dat God bestaat?’ klinkt het dan. Zo’n discussie heeft weinig zin. Of het antwoord nu ‘ja’ of ‘nee’ is, negen kansen op tien verandert dat niets aan je manier van leven. Zoals je een nacht lang kan doorgaan over buitenaards leven en de volgende ochtend je leven voortzet zonder rekening te houden met de aliens, zo staat gepalaver over God vaak los van het geleefde leven.
Een veel interessantere vraag is: ‘Geloof jij dat de God van Jezus je leven kan veranderen?’
Tweeduizend jaar geleden heeft een Joodse man zijn hele leven afgestemd op een God die Hij zijn Vader noemde. Zijn doen en laten was erop gericht aan mensen duidelijk te maken dat ook zij op die Vader mochten vertrouwen. Hij heeft er zelfs zijn leven op verwed dat niets belangrijker is dan Gods liefde te ontvangen en door te geven aan elkaar. Wat moet het een ervaring geweest zijn deze man in levende lijve te ontmoeten! Mensen hadden het gevoel God zelf te zien, zozeer gaf Jezus vlees en bloed aan Gods liefde. Verhalen vertellen ons hoe Hij het leven veranderde van  mannen en vrouwen uit alle lagen van de bevolking. Ze gingen Hem volgen en werden zijn leerlingen, dat wil zeggen: ze stemden hun leven af op de God die in Jezus zichtbaar werd.
Dit eindigde niet toen Jezus stierf, integendeel. De geschiedenis van zijn dood en wat erop volgde, bracht een enorme beweging op gang. Leerlingen van Jezus bleven elkaar ontmoeten en vertelden elkaar de verhalen over Jezus en zijn God. Zo werden ze er zich langzaam van bewust dat ze ook na zijn dood leerling van Jezus konden zijn en dat Hij, hun leraar, ook dan nog de weg wees. Maar dat was niet alles. Het geloof groeide dat Jezus aanwezig was in mensen die hun leven op Hem afstemden. Zoals God zichtbaar werd in het spreken en handelen van Jezus, zo werd Jezus zichtbaar in het spreken en handelen van zijn leerlingen.
Met welke woorden en beelden kan je dit geloof uitdrukken en doorgeven? Het antwoord op deze vraag vonden de eerste christenen op de eerste bladzijde van de bijbel. ‘De geest van God zweefde over de wateren’, lazen ze in het gedicht dat de schepping van hemel en aarde bezingt. Het oude testament spreekt over de geest van God om uit te drukken hoe die God aan het werk is in de schepping. Het Hebreeuwse woord voor geest - ‘roeach’ - roept geen spookwereld op maar betekent: adem, wind, grenzeloze ruimte... Door zijn geest is God onzichtbaar maar voelbaar aanwezig om leven te geven aan zijn schepping. Geen wonder dat het beeld van de geest ook werd toegepast op Jezus en op de manier waarop Hij na zijn dood en verrijzenis aanwezig was in zijn leerlingen.
Als Jezus zijn leven geeft op het kruis, schenkt Hij zijn Geest, zegt het evangelie volgens Johannes. Zo worden de leerlingen drager van Jezus’ spirit, zijn bezieling, zijn enthousiasme. Zij mogen delen in de liefde die de motor was van zijn bestaan. Gaandeweg ontdekken zij de liefde van God als een geschenk dat zin geeft aan een mensenleven in al zijn facetten. De weg naar gerechtigheid, vergeving en geluk is deze liefde. De bron van hoop ondanks alles, moed om door te gaan en visie op een zinvolle toekomst is deze liefde. Bevrijding uit de beklemming van moeten en niet kunnen is deze liefde.
Christenen geloven dat Gods geest ook vandaag aan het werk is in hedendaagse leerlingen van Jezus. Heel duidelijk is dit bij mensen die we ‘heiligen’ noemen. Ze zijn zodanig vervuld van Jezus’ geest dat in hun spreken en handelen God tastbaar aanwezig is. Maar het moet niet altijd spectaculair zijn. Ook “gewone” mensen zijn uitgenodigd om hun levensrichting af te stemmen op de God van Jezus.
Dit lijkt een prestatie. Alsof ‘heilig zijn’ zoiets is als het winnen van een olympische medaille. In de eerste plaats is het echter een geschenk. In Jezus geeft onze God zijn Geest als een cadeau. Deze gave wordt verbeeld in de sacramenten, vooral het doopsel, het vormsel en de eucharistie. In het vormsel is de gave van de geest zelfs de kern van het sacrament: ‘Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods’, zegt de vormheer bij de zalving. Een zegel werkt als een stempel die een waarmerk garandeert. Het is een onuitwisbaar teken dat de God van Jezus zich in jou investeert.
Het is onze taak deze investering te beheren: toe te laten dat ze ons leven kleurt. De eerste brief van Petrus drukt het zo uit:

‘Dient elkaar, als goede beheerders van Gods veelsoortige genade, met de gaven, zoals ieder die heeft ontvangen: wie spreekt, moet beseffen dat hij Gods woorden spreekt, wie een dienst verricht, wete dat God het is die hem kracht verleent.’ (1Petrus 4,10-11)

Wij zijn beheerders van Gods veelsoortige genade. Het is een vergeten woord in onze taal: ‘genade’. Spijtig, want het drukt een prachtige realiteit uit: een goddelijk cadeau dat je niet hoeft te verdienen. Het resultaat van de genade zijn de gaven. Dit wordt in het Grieks letterlijk weergegeven. Het Griekse woord voor ‘genade’ is ‘charis’. ‘Gaven’ is een vertaling van het Griekse ‘charisma’. Het achtervoegsel ‘ma’ legt de klemtoon op het resultaat. In het Nederlands heeft het woord ‘charisma’ een andere betekenis. In ons taalgebruik verwijst het naar uitstraling. De bijbelse taal verbindt het met de heilige Geest. Als je wil, verandert het geschenk van God je leven: je spreekt Gods woorden en je zorgt voor elkaar met Goddelijke kracht. 
Kan de God van Jezus ook jouw leven veranderen? Zeker en vast! De levensgeschiedenis van ontzettend veel mensen getuigt daarvan. Niets weerhoudt onze God ervan ook ons leven vandaag te raken. God schenkt zijn Geest opdat wij Hem door ons laten werken ten dienste van elkaar. Wie zich laat inspireren door de Geest geeft stem, handen en voeten aan de God van Jezus.